top of page

Vanuit zijn kamerraam ziet hij de berg,
reuzengroot met een slagroom witte top.
Een kleine jongen vult zijn knapzak:
zaklamp en papa foto,
boterham met choco.
Hij is bijna klaar,
ademt in, uit zoals oma hem heeft geleerd
en trekt klaarwakker de deur van het slapende huis achter zich dicht.

 

Neem je tijd, wat was dat blijft.
Het kind begrijpt waar de weg heen

leidt.

 

Eerst is er het bos,
het donkere grote bos.
De trollen hun ogen blinken mosgroen in het maanlicht,
hij hoort ze neuriën.
Slaapliedjes en droomverhalen.
Maar hij moet wakker blijven,
hij moet naar de top.
Dat heeft oma gezegd.
Een diep gerommel en een zware kop,
twee donkere draken ogen
en een vuur vlammenzee rolt zonsopgang gewijs bloedrood uit zijn bek,
de dag begint.

 

Neem je tijd, wat was dat blijft.

 

De vogels fluiten mee.
De boskabouters lopen gillend weg
en de oude wolf komt naast hem lopen.
Waar heen, kleine man?
Hij zit daarboven, over ons te waken.
Dat heeft oma gezegd.
De Wolf huilt, de maan gaat onder
en onze kleine jongen laat het bos achter zich.

 

Het kind begrijpt waar de weg heen leidt.

 

Rotsen en skeletten van struiken.
Het lijkt wel een maanlandschap
en hij zweeft rond.
In de verte, omhoog, klinkt muziek.
Brandt een vuur.
Bolle buik, blozende wangen, rode muts en witte baard
danst de kerstman rond het vuur.
Hand in poot met de paashaas.
Zijn grote oren smelten, vliegen door de lucht.
Sinterklaas speelt bezweet op zijn gitaar
en de tandenfee fladdert zenuwachtig en zingt.
Zingt de wereld vol met fantasie.
Zingt de wereld vol met fantasie.

 

Neem je tijd, wat was dat blijft.
Het kind begrijpt waar de weg heen leidt.

 

De jongen roept hen toe:
Ik ga naar boven!
En in koor antwoorden ze:
Doe hem de groeten.
En de vier vullen zijn knapzak met half gesmolten chocola, al uitgepakte cadeautjes
en oude mysterieuze centen.
Nog heel lang kan hij het plezier horen.
En hij blijft klimmen
tot de rotsen verdwijnen onder een laag blinkende sneeuw.
En hij is groot en sterk
en magisch beschermd tegen de kou.
En de top is in zicht,
hij kan hem al bijna proeven.

 

Neem je tijd wat was dat blijft.
Het kind begrijpt waar de weg heen leidt.

 

De oude wolf haalt hem in.
Als je moe bent, kan ik je dragen.
Denk je dat je hem daar zal zien.
De jongen knikt.
De vader foto brandt in zijn knapzak.
Naar de top van de berg gaan we uiteindelijk allemaal.
Dat is wat oma zegt.

 

Neem je tijd wat was dat blijft.
Het kind begrijpt waar de weg heen leidt.

 

Op de top
groeien bloemen,
dansen de dieren,
maan en zon spelen een spelletje schaak,
twee bomen zingen een lied
en daar zit papa
aan het water.
Hij kijkt het dal in
naar een klein huis in de verte.
De jongen glimlacht.
Het is precies
zoals oma had gezegd.

bottom of page